On September 16 and 17, 1911, Max Liebermann and his biographer Erich Hancke visited some places in Amsterdam where he had stayed, worked and shopped in recent years. Together they visited the Jodenhoek, where the city council had begun in 1910 with the expropriation and demolition of some streets that Liebermann had portrayed in detail between 1905 and 1908. Hancke made an extensive report which he published after their tour. In 1911, Liebermann's Holländisches Skizzenbuch was also published, which included several unknown Amsterdam cityscapes. Libermann is not only the painter of the Burgerweeshuis in the Kalverstraat, the Roman Catholic Oudemannenhuis on the Herengracht and the Papegaaienlaan in Artis, but also worked a lot in the surroundings of the Prins Hendrikkade, the Damrak, the Begijnhof and the streets around the Zuiderkerk. He also visited museums and private art collections in the city. Heijbroek based the study on various publications and archives not previously used in Dutch Liebermann literature, and succeeded in identifying all the locations that Liebermann depicted between 1871 and 1908. to set. The author has made surprising discoveries that shed new light on Liebermann's visits to Amsterdam. In 1912, Liebermann wrote to J. Staller, one of his guides in the Jewish quarter: 'Unfortunately I have not had the opportunity to work in Amsterdam in recent years. I painted exclusively in Noordwijk. But your city is the most beautiful!'

Op 16 en 17 september 1911 bezocht Max Liebermann samen met zijn biograaf Erich Hancke enkele plekken in Amsterdam waar hij de afgelopen jaren had gelogeerd, gewerkt en gewinkeld. Samen bezochten zij de Jodenhoek waar het stadsbestuur in 1910 een begin had gemaakt met de onteigening en afbraak van enkele straten die Liebermann tussen 1905 en 1908 uitvoerig in beeld had gebracht. Hancke maakte een uitgebreid verslag dat hij na hun rondgang publiceerde. In 1911 verscheen bovendien het Holländisches Skizzenbuch van Liebermann waarin verschillende onbekende Amsterdamse stadsgezichten zijn opgenomen. Liebermann is niet alleen de schilder van het Burgerweeshuis in de Kalverstraat, het rooms-katholieke Oudemannenhuis aan de Herengracht en de Papegaaienlaan in Artis, maar werkte ook veel in de omgeving van de Prins Hendrikkade, het Damrak, het Begijnhof en de straten rond de Zuiderkerk. Ook bezocht hij musea en particuliere kunstverzamelingen in de stad. Heijbroek heeft de studie gebaseerd op verschillende in de Nederlandse Liebermann-literatuur niet eerder gebruikte publicaties en archivalia, en is er in geslaagd alle locaties die Liebermann tussen 1871 en 1908 in beeld heeft gebracht, vast te stellen. De auteur heeft verrassende vondsten gedaan die een nieuw licht werpen op Liebermanns bezoeken aan Amsterdam.00In 1912 schreef Liebermann aan J. Staller, een van zijn gidsen in de joodse wijk: 'Helaas heb ik de laatste jaren geen gelegenheid meer gehad in Amsterdam te werken. Ik schilderde uitsluitend in Noordwijk. Maar uw stad is toch de mooiste!'