Trilogie. Een wijsgerig sprookjesachtig onthaal, waarin de Tachtiger Van Eeden zijn opvatting kwijt kon dat zijn wereld wachtte op een nieuwe christusfiguur, een dichter-filosoof-profeet die de tweespalt tussen goed en kwaad naar een hoger plan moest brengen. Zo'n figuur lijkt Sirius te zullen worden, een kind van ongetrouwde ouders, die onder vreemde omstandigheden wordt geboren en met hen vlucht naar een nieuwe wereld.