Between 1345 and 1425 the counts of Holland, Zeeland and Hainaut from the Bavarian house stayed regularly and for longer periods in the Binnenhof in The Hague. These monarchs there kept a medium-sized court and surrounded themselves with valuables, 'dair that already gold or Unfortunately, almost nothing of all this medieval beauty has been preserved. On the basis of multidisciplinary research of the count's financial administration, Anne-Maria van Egmond has succeeded in reconstructing which luxury, art and utensils were obtained at the Dutch court. objects were not only made by court artists on behalf of the monarch in the context of political image formation, they were also bought ad hoc by courtiers from various suppliers throughout the Low Countries, to be used within the broader court organization for representative purposes

"Tussen 1345 en 1425 verbleven de graven van Holland, Zeeland en Henegouwen uit het Beierse huis regelmatig en voor langere perioden op het Binnenhof in Den Haag. Deze vorsten hielden daar een middelgrote hofhouding en omringden zich met kostbaarheden, 'dair dat een al gouden of was'. Van al dit middeleeuwse moois is helaas bijna niets bewaard gebleven. Op basis van multidisciplinair onderzoek van de financiële grafelijke administratie is Anne-Maria van Egmond erin geslaagd te reconstrueren welke luxe, kunst- en gebruiksvoorwerpen aan het Hollandse hof werden verkregen. De objecten werden niet alleen door hofkunstenaars in opdracht van de vorst vervaardigd in het kader van politieke beeldvorming. Ze werden ook ad hoc door hovelingen gekocht bij diverse aanbieders in de hele Lage Landen, om binnen de bredere hoforganisatie te worden ingezet voor representatieve doeleinden."--Back cover