Vooral de voorliefde voor de sfeer van het decadente, geblaseerde Wenen rond de eeuwwisseling kenmerkt S's oeuvre. Deze, zijn laatste roman, bevat de "kroniek van een vrouwenleven". In ruim 100 korte hoofdstukken - typisch impressionistisch - volgen we Therese, dochter uit een Weense officiersfamilie, op haar heilloze levensweg. De invloed van haar prille jeugd - excentrieke ouders -, uit zich in innerlijke afhankelijkheid en onzekerheid in menselijke contacten. Haar korte leven (ze wordt 30) is een aaneenschakeling van - vaak vluchtige - verhoudingen met mannen, een onwettige zoon die aan lager wal raakt en haar werk - vaak kort en teleurstellend - als gouvernante bij allerlei representanten der Weense upperten. Een leven dat snel bergafwaarts gaat naar een tragisch slot.